Stukje psychologie | Freud en zijn psychoanalyse

In deze blog een korte uiteenzetting van psychoanalyse. De term staat zowel voor de theorie over onze geest als voor de behandelmethode. Maar… wat is het eigenlijk?

Sigmund Freud was arts, gespecialiseerd in neurologie. De kennis en behandeling van (ziektebeelden in) hersenen, ruggenmerg, zenuwen en spieren staan daarin centraal. Hij was een creatieve denker en als een van de weinige pioniers in de psychologie geen professor aan een universiteit. In die tijd een uitzondering.

Het onderbewuste

Vanaf 1886 werkte hij vanuit zijn praktijk in Wenen met patiënten. Zijn vooruitstrevende ideeën werden ingegeven door behandeling van patiënten waarbij hij geen medische oorzaak kon aantonen. Het viel hem op dat veel van deze patiënten ‘leken te lijden’ aan herinneringen. Herinneringen aan ‘verstorende gebeurtenissen’ in de vroege kindertijd.

In veel gevallen konden patiënten dergelijke herinneringen niet bewust terughalen, maar aanwijzingen in hun gedrag maakten dat Freud sterk ging geloven in de aanwezigheid van verontrustende herinneringen, begraven in – zoals hij het noemde – the unconscious mind: het on(der)bewuste.

Levensdriften en doodsangsten

Vanuit dit inzicht ontstond de behandelmethode, psychoanalyse. Patiënten vertelden vrijuit over zichzelf en Freud analyseerde de verhalen om de begraven of ‘verdrongen’ herinneringen bloot te leggen. Met als doel het onbewuste tot een bewust aandachtsgebied te maken, om vervolgens manieren te vinden om er mee om te kunnen gaan.

De belangrijkste bevinding is dus dat, in tegenstelling tot de destijds gevestigde orde, Freud het bewuste (topje van de ijsberg) onderscheidde van het onbewuste (het overgrote deel aan mentale activiteit). Maar hij ging nog een stapje verder. In het onbewuste zaten volgens Freud ook onze instinctieve wensen of levensdriften (sterk seksueel en agressief van aard) en doodsangsten opgeslagen. Onze bewuste gedachten en wensen zijn volgens Freud producten van het onbewuste, aangepast zodat ze ‘acceptabel’ zijn.

Bijdragen

Anno nu zijn er nog steeds veel onderzoekspsychologen die Freuds algemene theorie accepteren. Dus dat onbewuste mentale processen onze bewuste gedachten en gedragingen beïnvloeden. Daarnaast heeft zijn werk ertoe geleid dat de aandacht binnen het psychologische werkveld aanzienlijk is verbreed naar bijv.:

  • de rol van ervaringen en gebeurtenissen in onze vroege jeugd
  • seksuele en agressieve driften en verschillende uitingsvormen daarvan
  • het gebied van irrationele en emotionele gedachten en gedragingen

Kritiek

Freud zelf beschouwde zijn methoden als wetenschappelijk, maar veel psychologen uit academische kringen waren het niet met hem eens. Een enkeling beschreef zijn psychoanalyse zelfs als ‘Voodooïsme’. De kritiek was en is met name gericht op het subjectieve karakter van de methodiek. Die laat wel heel veel ruimte voor eigen interpretatie van het gedrag van patiënten. Met een creatieve blik kun je veel kanten op.

Toepassen

Hoe kun je dit toepassen in je werk? Door de onderleggers voor ‘wat zichtbaar en merkbaar is’ onderwerp van gesprek te maken. Motieven, drijfveren, gedachten en gevoelens. Er schuilt in ons allemaal wel een beetje Freud, interpreteren doen we toch wel. En je mag ook best ergens iets van vinden, een mening of een oordeel hebben. Maar stel vooral ook een vraag, uit mooie nieuwsgierigheid, om te toetsen of het klopt.

Reageren? Stuur je opmerking of vraag naar selmar@doorpakbv.nl